Jij zag dit nooit toch deed ik alsof dat je er was en alles zag. |
Jamás has visto eso, no obstante simulé como si estuvieses y vieras todo. |
Soms schreef ik fraaie onzin door de wazige grens van de nacht zette ik stom een komma neer die er niet hoorde en dacht weer aan jou. |
En ocasiones escribí bellas historias a través de la línea borrosa de la noche, puse indebidamente coma cuando no debía consignar, entonces pensé otra vez en ti. |
Ik zag je niet toch wist ik dat je er was dat je omkeek en mij zag, zwaaide zelfs zo zoel en zacht, een zucht – |
No te vi, no obstante supe que estuviste, que mirabas hacia atrás y me mirabas, saludabas con la mano tan dulce y suave, un suspiro – |
Ik deed net of ik de kruimels van je woorden opraapte blies het stof weg van je brieven, het roze lintje verbleekte – |
Hice como si recogiera las migas de tus palabras, soplé para quitar el polvo de tus cartas, la cinta rosada se deslució – |
Jij zag dit nooit toch deed ik alsof, dat je er was en alles zag. |
Jamás has visto eso, no obstante simulé como si estuvieses y vieras todo. |
Jouw woorden waren genesteld onder mijn huid last van losknopen letters stromen weg in koud vuur – |
Tus palabras estaban animadas bajo mi piel con la dificultad de desatar las letras que se derraman en un fuego frío. |
Rim Sartori | Vert. Fa Claes – Luis Manuel Pérez-Boitel |