Hallo, heb je zin in koffie? vraagt mijn man.
– Ja, zo, stil effe
Wat ben je aan ’t doen?
– Ik peins
Ja dat merk ik. Waar peins je dan over?
– Ik peins over ‘haar rode haar’, iets over rood haar!
Je laat je haar toch niet rood verven, hoop ik, nee hè
– Nee, tuurlijk niet , het is een soort opdracht .
Oh! Ik schrok al, drink eerst je koffie op anders wordt het koud.
– Ja zo, ik wil iets maken, over ‘rood haar’, een gedicht, column, beginnetje verhaal.
Moet je daar dan over nadenken?
– Ja natuurlijk, schud het niet zomaar uit mijn mouw.
Stilte ?
Ik heb een een hele korte verkering gehad met een vrouw die rood haar had, vervolgde mijn man.
-’t Zal wel
Ja heel, heel vroeger, toen kende ik jou nog niet.
– Nee, natuurlijk niet !
Ik weet alleen niet meer hoe ze heet. Ik weet nog wel, dat ik met haar op het achterbalcon van de tram stond, ze had een hoofddoekje of zoiets op.
– Gôh, waren ze er toen ook al ?
We reden naar de Roxy in de Kalverstraat, we gingen naar een film en toen we eenmaal in de rij zaten, deed ze haar hoofdoekje af.
– Ja, en?
‘ Ik kom zo terug’ , zei ik tegen haar, ik moet nog even naar de wc en stond op . De toiletten waren rechts van het filmscherm, dat stond op een klein verlicht bordje aangegeven.
Buiten dat de daar toiletten waren, had je ook de achteruitgang en stond je zo op de Singel, op de bloemenmarkt, weet je wel bij de Munt.
– Maar wat heeft dat in godsnaam met rood haar te maken ?
Ik ben nooit meer terug gegaan, ik ben door de achteruitgang naar buiten gestapt en ergens anders naar toe gegaan.
– Heb je haar zo in die bioscoop laten zitten?
Ja.
– Maar waarom ?
Nou, zij had zo’n bos rood haar, ’t leek wel of ze in brand stond, ik schrok me rot!
Trouwens ik viel in die tijd alleen maar op blond…